Op 24 oktober 1887 werd er in Balmoral Castle een kind geboren.
Het was een meisje, en haar ouders noemde haar: Victoria Eugénie Julia Ena.
Victoria Eugénie was de enige dochter en het tweede kind van prins Hendrik Maurits van Battenberg en prinses Beatrice van het Verenigd Koninkrijk.
Victoria Eugénie was een kleindochter van koningin Victoria en prins-gemaal Albert.
Victoria Eugénie had geen zussen:
Victoria Eugénie had drie broers:
– Alexander
– Leopold
– Maurits
Omdat haar ouders bij koningin Victoria woonden, groeide Victoria Eugénie op aan het Britse Hof op Windsor Castle, Balmoral Castle en Osborne House op het Isle of Wight.
Victoria Eugénie was 9 jaar oud toen haar vader overleed en ze samen met haar moeder verhuisde. Ze woonden afwisselend in het Osborne House en Kensington Palace.
In het jaar 1905 was Victoria Eugénie aanwezig op een diner, dat door haar oom koning Eduard VII gegeven werd ter ere van koning Alfons XIII van Spanje. Tijdens het diner werden Victoria Eugénie en Alfons verliefd op elkaar, maar veel mensen zagen een huwelijk tussen de twee niet zitten. Vooral de moeder van Alfons, Maria Christina protesteerde tegen het huwelijk, zij vond de afkomst van de prinses niet goed genoeg om tot de hoge adel van Spanje toe te treden, want Victoria Eugénie had slechts de aanspreektitel ‘Haar Doorluchtige Hoogheid’ en was een afstammeling uit een morganatisch huwelijk binnen het groothertogelijke huis Hessen. Bovendien waren veel leden van haar familie, als afstammelingen van Victoria van het Verenigd Koninkrijk, waaronder haar broers Leopold en Maurits, dragers van de erfelijke bloedziekte hemofilie.
Maar op 9 maart 1906 werd de verloving tussen Victoria Eugénie en Alfons aangekondigd. Er was veel protest onder het volk, vooral omdat ze protestants en van lage afkomst was. Daarom bekeerde Victoria Eugénie zich tot de Rooms-Katholieke Kerk, waarbij ze de naam Maria Christina kreeg. Op 3 april 1906 gaf haar oom Eduard VII haar de aanspreektitel ‘Hare Koninklijke Hoogheid’.
Op 31 mei 1906 trouwde Victoria Eugénie en Alfons in Madrid, hierdoor werd ze prinses koningin Victoria Eugénie (informeel: Koningin Ena). Toen het paar na de trouwerij in een koets terugreed naar het Koninklijk Paleis, vond er een aanslag plaats op de koning en nieuwe koningin: iemand gooide vanaf een balkon een bom naar de koets. Koningin Ena overleefde het omdat ze het op het moment van de aanslag haar hoofd de andere kant op had gedraaid om de kerk van de Heilige Maria te zien. Vanwege de aanslag werd Ena nog meer afgezonderd van het Spaanse volk dan ze al was, waardoor ze zich niet populair maakte.
Op 20 mei 1907 werd het eerste kind van Victoria Eugénie en Alfons geboren: prins Alfons, hij was de erfgenaam van de Spaanse troon. De moeder van Alfons wilde graag dat haar kleinzoon werd besneden, maar tijdens de besnijdenis stopte hij niet met bloeden, hieruit maakten de artsen op dat hij hemofilie van zijn moeder had geërfd, dit had koning Alfons zijn vrouw nooit kunnen vergeven. Victoria Eugénie kregen na Alfons nog zes kinderen:
- Jaime
- Beatrix
- Fernando
- Maria Christina
- Juan
- Gonzalo
Hun jongste zoon, Gonzalo, had ook hemofilie. Na de geboorte van hun zeven kinderen ging het bergafwaarts met de relatie van de koning en koningin. Alfons had veel affaires, door deze affaires had Alfons een aantal buitenechtelijke kinderen.
In het jaar 1923 ontsloeg koning Alfons de regering en ging op voorstel van generaal Miguel Primo de Rivera met behulp van het leger regeren. Toen hij Rivera later ook nog ‘mijn Mussolini’ noemde, werden er veel samenzweringen tegen de koning ontmaskerd en kwamen er protesten tegen de monarchie. De koning werd gedwongen gemeenteraadsverkiezingen toe te staan, waarin de republikeinen overweldigend wonnen. Het volk ging de straat op en eiste zijn aftreden, waarna de Spaanse koninklijke familie op 14 april 1931 in verbanning ging. De familie vestigde zich in Frankrijk en later in Italië. Koningin Ena en koning Alfons gingen uit elkaar, waarna zij deels in Engeland en Zwitserland en uiteindelijk voor vast in Zwitserland ging wonen.
Op 15 januari 1941 stond Alfons zijn rechten op de Spaanse troon af aan zijn zoon Juan de Bourbon, graaf van Barcelona.
Op 12 februari 1941 kreeg Alfons een hartaanval, deze overleefde hij.
Op 28 februari 1941 overleed Alfons.
Op 15 april 1969 overleed Victoria Eugénie in Zwitserland, ze werd begraven in de plaatselijke kerk.
Op 25 april 1985 werd Victoria Eugénie bij gezet in de Koninklijke Grafkelder in Madrid bij haar echtgenoot en twee zonen.
Ondanks de verbanning was het niet gedaan met de Spaanse monarchie: haar kleinzoon Juan Carlos, zoon van Juan de Bourbon, was van 1975 tot 2014 koning van Spanje.