Op 27 januari 1859 werd er in Berlijn een kind geboren.
Het was een jongen en zijn ouders noemde hem: Friedrich Wilhelm Viktor. ‘Wilhelm’.
Wilhelm was de eerste zoon en het eerste kind van kroonprins Frederik van Pruisen en zijn vrouw Prinses Victoria van Saksen-Coburg-Gotha. Hij was de kleinzoon van koningin Victoria en prins Albert.
Wilhelm had vier zussen:
– Charlotte
– Victoria
– Sophie
– Margaretha
Wilhelm had drie broers:
– Hendrik
– Sigismund
– Waldemar
Wilhelm werd geboren met behulp van een tangverlossing omdat hij in een stuitligging lag, maar hierdoor werden zenuwen in zijn schouder beschadigd hij was zijn leven lang licht gehandicapt: zijn linkerarm was zo goed als verlamd en bleef in groei, ten opzichte van zijn rechterarm, achter. Op veel foto’s van hem probeert Wilhelm zijn kleine arm een beetje uit het zicht te houden of te verbergen door hem vast te houden met zijn rechterhand.
Wilhelm werd in zijn jeugd gekweld door een minderwaardigheidscomplex vanwege de handicap, van zijn moeder kreeg hij geen steun: ze beschouwde zijn handicap als ‘walgelijk en schandelijk’ ook was ze ervan overtuigd dat Wilhelm ook geestelijk niet in orde zou zijn. Zijn moeder onderwierp de kleine Wilhelm aan een keihard regime van fysieke en intellectuele oefeningen, hiervoor hadden zijn ouders een privéleraar aangesteld dit was de strenge calvinistische pedagoog Georg Ernst Hinzpeter. Hij voedde Wilhelm met harde hand op. Ondanks zijn handicap moest hij aan alle fysieke activiteiten meedoen en kreeg hij, naast harde massages, ook elektroshocktherapie. Zijn linkerarm bleef in de ontwikkeling achter maar zijn rechterarm compenseerde dit.
Wilhelm moest ook leren paardrijden en dat ging niet van een leien dakje, de kleine Wilhelm had veel moeite met het houden van zijn evenwicht en steeds weer viel hij van zijn paard af maar werd er steeds opnieuw opgezet ondanks zijn smeekbedes tegen zijn leraar. Na een lange tijd lukte het hem toch om zijn evenwicht te houden en werd hij een goede ruiter.
Op 27 februari 1881 trouwde Wilhelm met prinses Augusta van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg.
Wilhelm en Augusta kregen samen zeven kinderen:
– Wilhelm
– Eitel Frederik
– Adalbert
– August Wilhelm
– Oscar
– Joachim
– Victoria Louise
Prinses Augusta had een hartkwaal en door de zorgen die ze had over het lot van haar man werd het er niet beter op. Na de zelfmoord van hun zoon, in het jaar 1920, ging haar gezondheid nog verder achteruit.
Op 11 april 1921 overleed prinses Augusta in het bij zijn van Wilhelm en haar zoon Adalbert. Voor haar man, keizer Wilhelm, was dit een zware slag. Hij was erg eenzaam na haar overlijden.
Op 19 april 1921 werd keizerin Augusta begraven in de Antikentempel in Potsdam.
In het jaar 1922, een jaar na het overlijden van zijn vrouw Augusta, hertrouwde Wilhelm met de weduwe prinses Hermine von Schönaich-Carolath. Wilhelm en Hermine kregen samen geen kinderen, wel had zij vijf kinderen uit haar vorige huwelijk. Toen Wilhelm met Hermine trouwde was hij al een tijdje geen keizer meer, maar toch moest de hele hoffelijke staf in Huis Doorn Hermine ‘keizerin’ noemen, iets was ze eigenlijk nooit is geweest.
Na een lang leven kwam Wilhelms overlijden toch nog onverwacht.
Op 1 maart 1941 werd hij onwel tijdens het houtzagen, gevolgd door een algemene flauwte. Aanvankelijk knapte hij snel weer op, zijn kinderen waren opgetrommeld maar toen het weer wat beter ging gingen zijn kinderen, in mei 1941, weer weg, alleen zijn enige dochter, Victoria Louise, bleef bij hem.
Op 3 juni 1941, aan het eind van de middag, kreeg Wilhelm opeens hevige pijnen en ademhalingsproblemen. Zijn toestand verslechterde snel en ’s avonds verloor hij zijn bewustzijn.
Op 4 juni 1941 overleed Wilhelm zonder dat hij nog bij kennis kwam overleed hij in het bij zijn van o.a. zijn dochter Victoria Louise, prinses Hermine en zijn adjudant Sigurd von Ilsemann, later werd er vastgesteld dat hij overleed aan een longembolie. Wilhelm werd 82 jaar.
Zijn uitvaartplechtigheid werd bijgewoond door zijn directe familie maar ook door vertegenwoordigers van de Duitse bezetter in Nederland; diverse generaals van de Wehrmacht en oud-generaals van het vroegere keizerlijke leger waaronder de toen al 91-jarige August von Mackensen. Wilhelms wens om op zijn begrafenis geen hakenkruisen te tonen werd niet ingewilligd. Hitler liet een reusachtige krans bezorgen: de rouwlinten daaraan waren wel degelijk met dit nazi-symbool getooid. Onder de paar honderd aanwezigen was ook een Nederlandse fotograaf, die ondanks de strenge beveiliging -de bezetter stond op wacht voor de poorten- een fotoreportage wist te maken.