Op 15 januari 1882 werd er in Bagshot Park, Surrey, een kindje geboren.
Het was een meisje en haar ouders noemde haar: Margaretha Victoria Charlotte Augusta Norah.
Margaretha was de eerste dochter en oudste kind van Prins Arthur van Connaught en Strathearn en prinses Louise Margaretha van Pruisen.
Margaretha was een kleindochter van koningin Victoria en prins-gemaal Albert van Saksen-Coburg en Gotha.
Margaretha had één zus:
– Patricia
Margaretha had één broer:
– Arthur
Margaretha werd door haar familie ‘Daisy’ genoemd.
Op 11 maart 1882 werd Margaretha gedoopt door Archibald Campbell Tait, de toenmalige aartsbisschop van Canterbury.
Margaretha was geïnteresseerd in kunst. Ook schilderde ze. Ze schilderde zelf en fotografeerde ook. In het jaar 1905 ontmoette ze Anna Boberg, ze raakte bevriend. Beide vrouwen schilderden vaak samen rond Stockholm met hun ezels en schilders benodigdheden.
Op 15 juni 1905 trouwde prinses Margaretha met de Zweedse prins Gustaaf Adolf.
Margaretha en Gustaaf kregen samen vijf kinderen:
– Gustaaf Adolf
– Sigvard
– Ingrid
– Bertil
– Karel
Toen haar schoonvader, Gustaaf V, de troon besteeg werden Margaretha en Gustaaf Adolf kroonprins en prinses van Zweden.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog stichtte ze een naaivereniging om het Rode Kruis te ondersteunen, ze maakte kledingstukken voor de Zweedse soldaten.
In het jaar 1915 publiceerde ze het boek: ‘Vår trädgård på Sofiero‘ (Onze tuin in Sofiero). Twee jaar later schreef ze het boek: ‘Från blomstergården‘ (Uit de bloementuin). Het boek was door haar zelf geïllustreerd met tekeningen en foto’s. De opbrengst van de boeken werd gedoneerd aan scholen met kinderverzorgers.
In het jaar 1917 begon Margaretha een programma om meisjes te leren het land te bewerken. Ook hielp ze gevangenen in Europa, met name die met die met de Britse Nationaliteit. Zij ging daarbij in tegen haar schoonmoeder, zij was namelijk pro-Duits.
In het jaar 1919, tijdens haar zesde zwangerschap, kreeg Margaretha last van haar oren. Zij had waterpokken opgelopen, dit leidde tot een etterende kaak. Maar volgens een andere bron zou het gaan om mastoïditis.
Op 1 mei 1920 overleed Margaretha onverwacht in Stockholm. De officiële berichtgeving meldde infectie als gevolg van een rotsbeen-operatie. Toen ze overleed was de prinses acht maanden zwanger van haar zesde kindje. Na aankondiging van haar overlijden tijdens de traditionele viering van de Dag van de Arbeid zei premier Hjalmar Branting dat de zon in het Stockholmse paleis was ondergegaan.