Op 20 januari 1896 overleed prins Hendrik aan hoge koorts. Prinses Beatrice was op het moment van overlijden van haar echtgenoot pas 38 jaar.
Op 22 januari 1901 overleed ook haar moeder, koningin Victoria. De prinses verhuisde na de dood van haar moeder naar Osborne-Cottage en vervude haar taken als gouverneur van Isle of Wight, de functie die haar man haar had na gelaten.
In het jaar 1914 verhuisde Beatrice weer, ditmaal naar Carisbrooke Castle.
In het jaar 1917 deed de Britse koninklijke familie, op verzoek van koning George V, afstand van al haar Duitse titels. Beatrice deed afstand van haar titel ‘Prinses van Battenberg’ en werd weer ‘Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrice’. Haar twee overgebleven zoons namen de achternaam ‘Mountbatten’ aan en haar oudste zoon prins Alexander kreeg de titel ‘Markies van Carisbrooke’. Alleen Victoria Eugénie, koningin van Spanje, hield de achternaam ‘van Battenberg’.
Koningin Victoria had haar jongste dochter gevraagd na haar dood haar dagboeken te publiceren, dus begon Beatrice na de dood van haar moeder de dagboeken te lezen en bepaalde stukken te verwijderen.
In het jaar 1931 was Beatrice pas klaar met de 111 boeken, die nu in de Koninklijke archieven in Windsor Castle liggen.