Net als zijn oudere broers kreeg Arthur les van privéleraren. Hij raakte op jonge leeftijd geïnteresseerd in het leger.
In het jaar 1866 trad Arthur toe tot de koninklijke Militaire Academie in Woolwich. Twee jaar later werd hij aangesteld als luitenant van het ‘Corps of Royal Engineers’.
Later werd hij overgeplaatst naar de ‘Royal Regiment of Artillery’ en weer later naar de ‘Royal Rifle Brigade’.
Arthur had een langer carrière in het Britse leger en diende onder andere in:
- Zuid-Afrika
- Canada
- Ierland
- Egypte
- India
In april 1893 werd hij gepromoveerd tot generaal. Arthur had gehoopt dat hij hertog George van Cambridge op kon volgen als opperbevelhebber van het Britse leger. Deze functie ging echter aan zijn neus voorbij. In plaats daarvan had prins Arthur het commando in het zuidelijke district van Aldershot van 1893 tot 1898. Arthur werd in juni 1902 gepromoveerd tot veldmaarschalk. Hij diende daarna in verschillende belangrijke posities, als opperbevelhebber van Ierland, Inspecteur-generaal der Krijgsmacht en als gouverneur-generaal van Canada.