Op 16 maart 1861 overleed Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld, de hertogin van Kent, de moeder van koningin Victoria. De dood van haar moeder bracht een blijvende schade aan bij de koningin en zij kreeg een ontzettend groot schuldgevoel vanwege de koele relatie die moeder en dochter hadden gekregen sinds het begint van Victoria’s regering. Beatrice probeerde haar moeder te troosten door haar er aan te herinneren dat de hertogin van Kent nu ‘in de hemel was, maar dat zij (Beatrice) hoopte dat ze terug kwam’. Deze opmerking was bepalend voor de relatie tussen Victoria en Beatrice. Koningin Victoria had zich namelijk afgezonderd van haar kinderen, behalve voor haar twee niet getrouwde dochters, prinses Alice en prinses Beatrice. Sinds 14 december 1861 vertrouwde de koningin weer op die twee dochters, toen overleed haar geliefde echtgenoot, prins-gemaal Albert. Hij overleed aan buiktyfus.