Op 7 april 1853 werd er in Buckingham Palace een kind geboren.
Het was een jongen en zijn ouders noemde hem: Leopold George Duncan Albert
Leopold was de vierde zoon en het achtste kind van Prins Albert van Saksen-Goburg en Gotha en koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk.
Leopold had vijf zussen:
– Victoria
– Alice
– Helena
– Louise
– Beatrice
Leopold had drie broers:
– Eduard
– Alfred
– Arthur
Koningin Victoria beviel met behulp van chloroform van Leopold.
Leopold had de bloedziekte hemofilie, dit zorgde ervoor dat hij het grootste deel van zijn jeugd half-invalide was.
Van het jaar 1872 tot het jaar 1876 studeerde Leopold in Oxford, hij verliet de school met een eredoctoraart. Na zijn studie heeft Leopold door Europa gereisd, daarna reisde hij door Canada en de Verenigde Staten, samen met zijn oudere zus prinses Louise. Door zijn ziekte had hij veel beperkingen en uiteindelijk werd hij de beschermheer van Kunst en Literatuur.
In het jaar 1876 werd hij de privésecretaris van de koningin, dit bleef hij tot zijn dood.
In het jaar 1878 werd hij voorzitter van de Royal Society of Literature
Omdat Leopold ziek was lukte het hem maar niet om een echtgenote te vinden. Uiteindelijk bood zijn moeder, koningin Victoria, uitkomst. Zij regelde een ontmoeting met prinses Helena Frederika, zij was een jongere zus van de latere koningin Emma der Nederlanden.
Op 27 april 1882 trouwde Leopold en Helena in de St. George’s Chapel van Windsor Castle.
Leopold en Helena kregen samen twee kinderen:
– Alice
– Karel Eduard
Een kenmerk van hemofilie is gewrichtspijn, ook Leopold leed hieraan. Het koude klimaat van Engeland maakte het er niet beter op, daarom adviseerde zijn arts hem om naar Cannes te gaan.
Op 27 maart 1884 gleed Leopold uit en hij viel.
Op 28 maart 1884 overleed aan zijn verwondingen in Cannes. Leopold werd begraven in de Albert Memorial Chapel in Windsor. Zijn vrouw Helena beviel na zijn dood van hun zoon, prins Karel, die zijn vader vanaf zijn geboorte opvolgde als hertog van Albany.